De geschiedenis van dierenparken

Artis - Foto: Nationaal Archief, Jac. de Nijs, Anefo

Vroeger heette een dierenpark een ‘menagerie’. Je kon er vaak niet zomaar naar binnen; ze waren privébezit van rijke koningen en keizers. Nu kan iedereen een dagje naar de dierentuin. Kijken naar de leeuwen, olifanten, jakhalzen, zeeleeuwen of bonte vogels. Leuk, en je steekt er nog wat van op ook!

Dierentuin zijn al heel oud, ze bestaan al duizenden jaren. Bij archeologische opgravingen in Egypte werden al resten gevonden van een dierentuin die daar duizenden jaren voor de geboorte van Christus al was. Dat is dus duizenden vóórdat onze eigen jaartelling begon. Dierentuinen bestaan dus grof geschat al meer dan vijfduizend jaar!

Belangrijk en rijk

Die dierenparken van duizenden jaren geleden zagen er niet zo uit als de dierentuinen van nu. Vooral koningen, keizers, vorsten en farao’s hielden bijzondere dieren. Omdat ze dat interessant vonden en omdat ze het makkelijk konden betalen. Ze hielden die beesten voor hun eigen plezier. Mensen konden er niet naar komen kijken, zoals nu. Een eigen dierencollectie was vooral bedoeld voor hun eigen prestige, dat wil zeggen: ze wilden laten zien hoe belangrijk en rijk ze waren. De koningen en keizers hadden nijlpaarden in hun dierencollectie, en ook olifanten , bavianen en wilde katten.

Dierentuin van Londen in 1828

Menagerie

Soms lieten de keizers en koningen de beesten vrij rondlopen in een botanische tuin. Dat is een tuin met heel veel bomen en planten. Dat waren eigenlijk de eerste dierenparken. De privécollecties van de rijke, machtige mannen werden ‘menagerieën’ genoemd. Ook in Europa ontstonden zulke menagerieën. Sommige vorsten openden hun menagerie voor de burgers. Het grote publiek mocht naar de exotische dieren komen kijken; dat waren de eerste echte dierentuinen.

Historische postkaart Tiergarten Schönbrunn, Wenen

Open voor bezoekers

In Versailles, niet ver van Parijs, opende koning Lodewijk de Veertiende zijn koninklijke menagerie ook voor zijn onderdanen. In zijn park waren de exotische dieren ondergebracht in verblijven die in een cirkel waren opgesteld. Vanuit een centraal paviljoen konden de bezoekers de dieren bekijken. In 1795 verhuisden de dieren van koning Lodewijk naar het park Jardin des Plantes, midden in Parijs. Dat was bijna de allereerste zoo van Europa. Bijna, want de oudste dierentuin van Europa was Tiergarten Schönbrunn in Wenen. Deze Oostenrijkse dierentuin opende de poorten in 1752. Beide dierentuinen bestaan nog steeds: de Ménagerie du Jardin des Plantes in Parijs is heel klein gebleven, Tiergarten Schönbrunn in Wenen is in honderden jaren meegegroeid en een moderne dierentuin geworden.

Artis, 1948 - Foto: Nationaal Archief, Snikkers, Anefo

Amsterdam en Rotterdam

In diverse grote steden in Europa gingen aan het begin van de negentiende eeuw dierenparken open. Londen kreeg in 1828 een zoo, in de Ierse hoofdstad Dublin kwam er in 1831 een dierentuin en het eerste Nederlandse dierenpark opende op 1 mei 1838. Dat was de dierentuin van Amsterdam die heel deftig Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra heette. Een mond vol, niet? Daarom noemde iedereen de tuin vanaf het begin gewoon Artis. Achttien jaar later, in 1856, brachten twee Rotterdammers hun exotische vogels onder in een tuintje, dat het jaar daarop werd omgedoopt tot De Rotterdamsche Diergaarde, later Diergaarde Blijdorp.

Tijger in de dierentuin van Arnhem - Foto: Nationaal Archief, Eric Koch, Anefo

Onnatuurlijk gedrag

Lange tijd vonden dierentuinen het vooral belangrijk om zoveel mogelijk beesten te laten zien aan het publiek. In kleine kooien werden één of twee dieren gestopt. Zo pasten er heel veel kooien in de tuin, en waren er dus heel veel verschillende soorten dieren. Voor de dieren zelf was dat verschrikkelijk: die willen kunnen rennen en spelen. De beesten werden gek in die kleine kooitjes en ze gingen onnatuurlijk gedrag vertonen. Ze gingen ijsberen, schreeuwen en vechten. De bezoekers vonden die gillende en vechtende dieren eigenlijk best leuk om te zien, maar de bazen van de dierentuinen begrepen steeds meer dat het niet goed voor de beesten was.

Blijdorp 1966 - Foto: Nationaal Archief, Jan Voets, Anefo

Andere verblijven

In 1907 opende de Duitser Carl Hagenbeck een dierenpark in de buurt van de stad Hamburg waarin de dieren heel andere verblijven hadden: groot, met bomen en struiken erin en heuvels waar de dieren overheen konden rennen. Het waren verblijven zonder tralies; de dieren werden van de gasten gescheiden door brede waterpartijen of door een glaswand. Plots voelden de dieren zich veel lekkerder en kwamen er zelfs jongen. In Nederland was Burgers’ Zoo in Arnhem de eerste tuin die de dieren onderbracht zoals Hagenbeck dat deed. Er kwamen grote verblijven voor de olifanten en de leeuwen, en de chimpansees kregen zelfs een heel eiland.

Rhesusapen in Artis, 1962 - Foto: Nationaal Archief, Jac. de Nijs, Anefo

Wolvenbos en mangrove

Nu zijn bijna alle dierentuinen zo ingericht. Je vindt er een Afrikaans veld met giraffen, zebra’s en antilopen, een wolvenbos, een vrije-vlucht-volière, een overdekte jungle, een mangrove of een zeeaquarium. De dieren voelen zich in deze nagemaakte natuurlijke leefomgeving zo thuis dat ze een gezinnetje stichten. Door met dieren te fokken wordt zelfs voorkomen dat sommige diersoorten uitsterven. De moderne dierentuinen hebben dus minder verschillende dieren in hun collectie, maar ze leven wel in grotere groepen en ze hebben veel meer ruimte.

Burgers Safaripark Arnhem, Foto: Nationaal Archief, Eric Koch, Anefo

Apetrots

Sommige dierentuinen zijn helemaal gewijd aan één soort dieren of dieren uit één werelddeel. In het Dolfinarium in Harderwijk leven dolfijnen en zeeleeuwen, in Apenheul in Apeldoorn vind je allerlei soorten apen, Avifauna in Alphen aan den Rijn heeft duizenden vogels en in Beekse Bergen in Hilvarenbeek voel je je tussen de vrij rondlopende leeuwen, giraffen, zebra’s en olifanten als in Afrika. In de hele wereld zijn maar liefst drieduizend dierentuinen en in Europa alleen al meer dan tweehonderd. Keus genoeg dus! Ga gerust eens op bezoek bij de beesten; ze zijn allemaal apetrots op hun verblijf!

Doe de dierenparken-test

1. In welk jaar kreeg Amsterdam zijn dierentuin?
2. Welke koning had bij Parijs zijn eigen menagerie?
3. Welke Europese stad had als eerste een eigen dierenpark?
4. Hoe heet de Rotterdamsche Diergaarde tegenwoordig?
5. Hoe heet het dierenpark in Apeldoorn waar alleen apen wonen?

Antwoorden

1. 1838
2. Lodewijk de Veertiende
3. Wenen
4. Diergaarde Blijdorp
5. Apenheul